foto: Adriaan Himmelreich
Melancholie, spleen, Weltschmerz, saudade. Iedereen heeft er wel eens last van. Of plezier. Van weltschmerz heb ik doorgaans niet zo’n last. Mijn wereldbeeld wordt doorgaans gedreven door een mateloos optimisme. En spleen, ja spleen, dat is zo’n ding. Dat is voor mij die tot vrolijkheid stemmende droevigheid, waarmee ik dat hele wereldbeeld kan relativeren en dus de mateloosheid kan temmen. En dan saudade. Saudade is een woord dat ik ooit in Brazilie heb geleerd, waar ik omringd werd door emotionele kannibalen, mensen die zo’n onvertogen beroep op mij deden om deel te nemen aan dat wat zij voor mij belangrijk vonden, dat ik het zeker ooit eens een keer zou missen. Wat, wanneer en hoe bleef lange tijd in het ongewisse maar de banner boven mijn log getuigt daarvan. (Het is het terras van de Social Club in Leblon (Rio de Janeiro) op kerstavond en de dame die daar zo parmantig haar schreden zet is Judith Valentin. Judith Valentin kwam in de jaren dertig vanuit München naar Rio omdat haar ouders bijtijds wisten dat een groot deel van haar tijd- en landgenoten het liever op hadden met die mislukte Oostenrijkse kunstschilder om (uiteindelijk 12 van de) 1000 jaar te gaan genieten van hoog- en meerderwaardigheidsgevoelens. Over haar zal ik ongetwijfeld nog eens schrijven)

Ik draag deze bijdrage dan ook op aan de kleine jongen, mijns gelijke, die mij huilend tegen het lijf liep toen ik onlangs de toiletten in de catacomben van het Teatro Olimpico te Vicenza verliet. Hij zag mij staan in antraciete broek en zwart hemd waar de boord van mijn witte t-shirt bovenuit stak als een befje – getuigenis van eervolle overmacht voor een katholiek zieltje - en snikte: “Padre, padre, ik ben mijn klas kwijt.” Ik bracht hem naar de ingang waar men zich verder ontfermde over deze verloren zoon. O zo bewust van mijn goede daad. En ging verder mijn weg.
foto: Adriaan Himmelreich
Geen opmerkingen:
Een reactie posten