https://www.facebook.com/photo?fbid=769694963938697&set=a.135744744000392

dinsdag 28 april 2020

Heimat, das Ende (een ode aan Oma Käddi)

Oma Käddi voor de eerste keer in haar leven in een McDonalds enkele maanden geleden. De hamburger heeft ze nog niet eens aangeraakt. "Ist das Essen?". Enkel de salade, heeft ze gegeten. "Schmeckt wie nix."
Ik ben niet zo goed in rouwen. Mijn vader en moeder hebben alle twee vrijwillig hun stervensmoment gekozen. Mijn moeder heeft daarbij een zakje met vergeet-mij-niet-zaadjes achtergelaten, dus dat is elk jaar weer een fraai aanzicht in onze tuin, plus een (voorlopig blijvende) herinnering. Ik heb wel een paar keer verdriet gehad. De eerste keer was toen Leo stierf aan een hersenvliesontsteking. Ik was toen zeven. Tja, dan snap je nog niet zoveel van al die huilende en rouwende mensen.

De tweede keer was de dood van mijn tante, de zus van mijn moeder en eigenlijk een soort moeder voor mij. Die had echter zo'n getormenteerd leven achter de rug, met concentratiekampen en zo, dat haar zelfmoord zoiets als vanzelfsprekend was. De derde keer was toen mijn toen beste vriend bedacht om 12 hoog naar beneden te springen. Ik zat toen in Canada en had andere dingen aan mijn kop. De vierde en vijfde keer was er langdurig liefdesverdriet, waarvan de vierde keer weer helemaal goed is gekomen omdat zij nu mijn vrouw is.

En nu komt de zesde keer.

Op dit moment ligt Oma Käddi op sterven in een ziekenhuis bij Trier. Ik treur nu toch al een beetje, want Oma Käddi is niet alleen de oma van mijn zoon, maar ook de vrouw waar ik een hele speciale band mee heb. Vanwege corona kan ik geen afscheid van haar nemen.

De band tussen Oma Käddi en mij heet Heimat. Niet dat algemeen Duitse begrip, waar Nederlanders hun neus voor kunnen ophalen. Maar Heimat, in de zin van de briljante serie van Edgar Reitz. (De oplettende lezer van dit blog heeft al een vermoeden hoezeer ik dit meesterwerk waardeer, wat blijkt uit de ondertitel van dit blog). 

Maar wat heeft Oma Käddi daarmee van doen? Om dat te begrijpen zouden jullie lezers misschien eerst Heimat uit de dvd-box moeten halen en weer eens gaan kijken (iets dat ik elke twee, drie jaar doe), maar dat ga ik jullie niet verplichten. Maar even ter opfrissing. Het is de geschiedenis van de familie Simon in de Hunsrück, tegen de achtergrond van die enorme en heftige geschiedenis van Duitsland.

Nu dan, Oma Käddi. Zij komt niet uit Schabach maar uit Gladbach, een gehucht in de Süd-Eifel (aan de ander kant van de Hunsrück, gescheiden door de Mosel). Ze had alleen lagere school en trouwde na de oorlog met Jacob, een uit Beshka (Servië) stammende Volksduitser en ze gingen in het een uur en drie kwartier wandelend van Gladbach verderop gelegen Salmrohr wonen. Jakob was een norse, hardwerkende man, maar volgens de normen en waarden in de regio een 'Jugo' (een buitenlander dus). Oma Käddi en Jacob kregen vier kinderen en groeide in relatief armoedige omstandigheden op. Elk jaar in september en oktober moest er worden bijverdiend in de druivenpluk aan de oevers van de Mosel. Jacob stookte thuis zijn eigen Birkwurtz en Viez (een sterk drankje van appels). Maar ze konden goed sparen (zoals alle Duitsers), bouwden een huisje met een tuin waar Oma Käddi sinds jaar en dag (en tot voor kort) jaarlijks sla, aardappelen, aardbeien, tomaten, prei, uien, wortels, kool, raap, augurken, en nog vele andere soorten groenten en fruit liet groeien en bloeien en ze bij overschot te wecken.

Jacob was vaak van huis omdat hij in opdracht van de Bundesbahn mee moest helpen bij de opbouw van het na-oorlogse Duitsland, met de aanleg van de spoorlijnen in het 200 kilometer verderop gelegen Ruhrgebiet. Oma Käddi zorgde thuis voor huis, haard en de kinderen. Die laatsten kwamen allemaal goed terecht. Met of zonder nascholing konden ze allemaal naar de universiteit. Behalve de jongste. Die bleef in het dorp en is bouwheer geworden van energieverbruiksvriendelijke huizen met eigen water en stroomvoorzieningen, nog voordat de ecologische voetafdruk een begrip werd.

Ik leerde de dochter van Oma Käddi kennen en in de korte tijd dat we verkeerden zijn we er in ieder geval in geslaagd een prachtige zoon op de wereld te brengen. En dus leerde ik ook Oma Käddi kennen. Zo'n mens die de keuken tot de spil van alle sociale activiteit heeft bepaald, waar het altijd geurde naar taart of rinderbraten, waar je op elk moment van de dag naar binnen kon en het simpele verhaal doen of aanhoren. Het bankstel in de woonkamer stond permanent in een plastic foedraal. In die tijd heeft Oma Käddi voor de eerste keer de zee gezien! Sterker nog: ze had haar geboortestreek daarvoor nog nooit echt verlaten. (Behalve voor een dagbezoek aan enkele van haar kinderen in Keulen).

Oma Käddi was als Chauncy Gardener uit Being There, en als het haar te veel werd riep ze uit "Jossip, Marie, Kind, dat is me eppes" en maakte een 'schmier' met 'rettich' en zelfgemaakte worst. Ze noemde mij "A goot Haut" en dat is altijd zo gebleven. Ze snapte dat haar dochter en ik niet echt voor elkaar gemaakt waren, maar ze had er wel een pracht kleinzoon aan over gehouden.

Haar kleinzoon heet Simon. U snapt wel waarom. Kijk Heimat...




Geen opmerkingen:

Een reactie posten